Vervoer over water: zoveel meer dan het verbinden van A naar B

Al jaren investeren overheden in de toeristisch-recreatieve productontwikkeling binnen steden en regio’s. Het geven van een impuls aan de lokale of regionale economie is daarbij het belangrijkste motief. Meer en meer zien we dat deze investeringen worden gekoppeld aan (al geplande) projecten op het gebied van groen, erfgoed, infrastructuur en mobiliteit. Op deze manier wordt vanuit verschillende sectoren met meer geld gewerkt aan een pragmatische economische ontwikkeling van stad en regio.

BLOC heeft bij veel van deze ontwikkelingen een (vaak initiërende) rol: de herontwikkeling van het Werelderfgoed Kinderdijk, het investeringsprogramma Nationaal Park de Biesbosch, Droomfonds Haringvliet, de ‘iconenaanpak Groene Hart’ en ‘businesscases Waterpoort”. Bij al deze projecten speelt vervoer over water een essentiële rol. Het ontlast de vaak overspannen land-gebonden infrastructuur (denk aan de dijk tussen Alblasserdam en het Werelderfgoed Kinderdijk), levert een positieve bijdrage aan het milieu, maakt plekken toegankelijk (Biesbosch en Kinderdijk), maakt de komst van nieuwe doelgroepen mogelijk (riviercruisemarkt in bijvoorbeeld Kinderdijk, Gorinchem en Willemstad) en voegt een duidelijke beleving (attractiewaarde) toe aan de ervaring van recreanten en toeristen. Om dit te realiseren werken we samen met vervoersmaatschappijen, reders, ontwikkelaars, toeristisch-recreatieve bedrijven, omwonenden en lokale en regionale overheden. Alleen de gecombineerde inzet van deze stakeholders zorgt voor de realisatie en benutting van een goed vervoersnetwerk over water en voor een bijdrage aan de economie van het gebied. Vervoer over water is niet een middel maar een voorwaarde voor een succesvolle gebieds- en productontwikkeling. Hieronder enkele voorbeelden uit de praktijk.

 

Case 1: Kinderdijk

Enkele jaren geleden stond de Stichting Werelderfgoed Kinderdijk (SWEK) op de drempel van een technisch faillissement. Het onderhoud van de molens kostte te veel en er waren te weinig inkomsten uit betalende activiteiten op het park. De oplossing werd gevonden in het stimuleren van de groei van betalende bezoekers door de ontwikkeling van een nieuw bezoekerscentrum en meer toegankelijke (en betaalde) activiteiten op het park. Deze bezoekers via de weg naar het Werelderfgoed brengen was echter onverantwoord, er was simpelweg te weinig fysieke ruimte en parkeergelegenheid. Daarnaast zorgde het voor begrijpelijke bezwaren van omwonenden die niet nog meer touringcars en bezoekers met de auto langs en voor hun huis wilden hebben.

Vervoer over water bood de oplossing. Door de actieve samenwerking binnen de Waterdriehoek (publiek-privaat samenwerkingsverband rond Dordrecht, Kinderdijk en de Biesbosch) werd het mogelijk een nieuwe steiger aan te leggen die de komst van individueel vervoer vanuit Rotterdam en Dordrecht met de Waterbus mogelijk maakte in combinatie met een grotere aanlegplaats voor riviercruiseschepen (een totale investering van rond de half miljoen euro). Met deze investering werd het mogelijk om een sneldienstverbinding te realiseren tussen Dordrecht en Rotterdam met in de daluren een verbinding met Kinderdijk. Een verbinding die schoner, toegankelijker en vooral veel leuker was dan een reis per bus of de auto. Hierdoor kon een nieuwe stroom bezoekers worden aangeboord (in het eerste seizoen 2015 werden er 30.000 mensen met de waterbus vervoert, in 2016 waren dat er al 50.000) die er mede voor heeft gezorgd dat Werelderfgoed Kinderdijk nu financieel weer gezond is (lees hierover meer in onze Blocnote: Aanpak Toekomst Kinderdijk).

 

Case 2: Haringvliet

In 2015 werden we gevraagd door het Droomfonds Haringvliet (samenwerkende natuurorganisaties) en Waterbus BV om een businesscase uit te werken voor de realisatie van een exploitabel vervoersnetwerk over water, binnen en naar het Haringvliet. Geholpen door de middelen vanuit de Postcodeloterij werkten (en werken) de natuurorganisaties aan het zogeheten Droomfondsproject dat van het Haringvliet een natuurbestemming moet maken. Grootschalige natuurontwikkeling (mede mogelijk gemaakt door het toevoegen van zout water, het Kierbesluit) in combinatie met mogelijkheden voor toerisme en recreatie zijn de basis van dit project. Samen met Waterbus BV werkten we aan een bestemmingsanalyse en testten de economische haalbaarheid van een netwerk over water.

Aangezien het Haringvliet nog in ontwikkeling is, bleek een grootschalige ontsluiting met een vervoersnetwerk als dat van Waterbus nog te vroeg. Belangrijk was om te kijken naar de omgeving en te onderzoeken of er vanuit die regio mogelijke combinaties te maken waren. Besloten werd om een pilot uit te zetten in de zomer van 2016 waarbij nadrukkelijk naast de optie Rotterdam ook Dordrecht en Willemstad (en dus ook de provincie Noord-Brabant) als mogelijk vertrekpunt en onderdeel van de route werden onderzocht. Uit de eerste evaluatie van de geslaagde pilot (rond de 9000 passagiers) bleek dat het rondje Haringvliet (waarbij vooral de op het eiland aanwezige toeristen gebruik maakten) en de verbinding Dordrecht-Willemstad-Tiengemeten populair te zijn. Samen met de Droomfondspartners, de provincies Noord-Brabant en Zuid-Holland en de betrokken regio’s wordt nu gewerkt aan een reguliere seizoensgebonden dienstregeling voor 2017 waarin de ambities en middelen van de gezamenlijke stakeholders worden gebundeld en benut.

 

Case 3: Waterpoort

Waterpoort, de regio in de zuidwestelijke delta op de grens van Brabant, Zeeland en Zuid-Holland werkt aan een aanpak om de economie duurzaam te versterken. Toerisme en recreatie, deltanatuur, cultuurhistorie en de biobased economy zijn belangrijke pijlers voor zo’n ontwikkeling. Samen met de gemeenten binnen de regio, de provincie Noord-Brabant en publieke en private instellingen en bedrijven werken we momenteel verschillende businesscases uit. Een van de cases betreft het versterken van het regionale (toeristisch-recreatieve) product waaronder de West-Brabantse Waterlinie en de Stelling van Willemstad. Een andere betreft vervoer over water. Een specifieke aanpak voor het positioneren van de regio naar de cruise-industrie, met een aanpak zowel gericht op de benodigde infrastructuur als op het product wordt gecombineerd met het vervolg op de pilot Waterbus (zie hierboven) en het stimuleren van kleinschalig privaat vervoer over water. In 2017 moeten deze businesscases worden omgezet in concrete uit te voeren projecten.

 

Case 4: IJsselmeer

Een case in de opstartfase: BLOC maakt samen met provincies en gemeenten werk van een aanpak voor vervoer over water voor het IJsselmeer. We werken aan een businesscase die de bestemmingen aan het IJsselmeer op een duurzame wijze met elkaar moet verbinden en daarmee het gebied veel meer als één geheel positioneert. Het ontlasten van verkeersaders en het combineren van nu als bekende bestemmingen als Volendam, Enkhuizen en Monnickendam en niet te vergeten Amsterdam en Almere (Floriade 2022) zijn belangrijke uitgangspunten van de toekomstige aanpak. De vraag vanuit de markt staat daarbij centraal.

 

Vervoer over water, duurzaam en gebaseerd op een gezonde exploitatie, is haalbaar in Nederland en biedt veel kansen in ons waterrijke land. Zo staat de aanpak rondom het IJsselmeer nog niet eens in de steigers. Biedt de komst van de Floriade uitstekende mogelijkheden om Amsterdam en Almere structureel over het water te verbinden. Daarnaast wordt er al jaren gesproken over het uitbreiden van het verenstelsel binnen Zeeland en werkt de Biesbosch aan een water verbindend netwerk dat de toegankelijkheid en de verdiencapaciteit van het Nationaal Park moet vergroten.

Vervoer over water vraagt om een gecombineerd publiek – private aanpak waarbij de overheid investeert in het opstarten van mogelijke pilots en randvoorwaardelijke/infrastructurele zaken. Het bedrijfsleven is verantwoordelijk voor het geboden product, zowel aan land als op het water.

Belangrijk daarbij blijft:

Vervoer over water is geen doel op zich maar onderdeel van een brede gebiedsontwikkeling