Een stap beyond graag

Nederlanders hebben een bijzondere relatie met water en zijn wereldmarktleider als het gaat om watertechnologie, waterveiligheid en waterkwaliteit. Er loopt een progressieve lijn in onze relatie met het water. Deze loopt van weerstand via adaptatie naar synergie. We zorgen dus niet alleen voor veiligheid en beperking van schade bij wateroverlast, maar gebruiken ook de kwaliteit en kracht van het water. Wij stellen dat die positie verder nog uit te bouwen is. De kans moet worden aangegrepen deze lijn door te zetten naar het inzetten van water als economische drijfveer: water als business.

Relatie tot water

Onze relatie met het water kent verschillende dimensies. Water is in de eerste plaats onze vijand. Daar moeten we ons tegen beschermen en dat kunnen we als geen ander. Het recent gepubliceerde boek Dijken van Nederland van LoLa Landscape Architects illustreert dat op een prachtige manier.

Onze tweede relatie tot water is adaptief. Het aanleggen van hogere dijken leidt niet altijd en overal tot een gewenste en betaalbare oplossing. Daarvoor hebben we de tweede dimensie in onze relatie ontwikkeld: we werken aan adaptieve programma’s waarbij de regionale ruimtelijke ontwikkeling zodanig geprogrammeerd wordt dat de overlast die water kan veroorzaken zo veel mogelijk voorkomen wordt.

En we gaan een stapje verder. In een derde – synergetische – benadering investeren we met het versterken van onze veiligheid tegelijk in andere maatschappelijke baten als natuurontwikkeling en structuurversterking, bijvoorbeeld in programma’s zoals ‘Ruimte voor de Rivier’ en de aanpak op de Kampereilanden. Een ander voorbeeld is het project Poelzone in de gemeente Westland waar natuurontwikkeling en waterveiligheid in een volledig verharde omgeving hand in hand gaan.

Volgende stap

Wij zien nog een stap beyond, en die gaat over business. In de synergetische benadering zien we hoe waardevol water is, omdat het in ons dagelijks leven een directe economische waarde heeft. Het water uit de kraan heeft die waarde en water wordt ingezet in tal van agrarische en industriële processen.

De waarde van dat water kent twee aspecten. In de eerste plaats de kwaliteit en in de tweede plaats de beschikbaarheid. En juist op dat tweede vlak ligt een kans voor meerwaarde. Hetzelfde water dat met bakken uit de hemel valt en daarmee een bedreiging vormt (met name in hoog verstedelijkte gebieden) is tegelijk van onschatbare waarde in agrarische en industriële processen. En dat voelen we onmiddellijk als er schaarste aan schoon water is. Vooral in de agrarische sectoren leidt een gebrek aan zoet water regelmatig tot beregeningsverboden. Daarnaast staat de beschikbaarheid van zoet water voor industriële processen bij langdurige droogte onder druk. In het Deltaprogramma zien we deze waarde ook terug: er wordt zwaar geïnvesteerd in de beschikbaarheid van zoet water voor de toekomst. Het probleem van de benadering in het Deltaprogramma is vooral dat het heel veel geld kost.

We zien een belangrijke vraag:

hoe kunnen we ons zoete water op zodanige wijze langjarig beschikbaar houden voor consumenten en agrarische en industriële processen dat datzelfde water een bijdrage vormt aan economische versterking en maatschappelijke uitdagingen?

We envision a step beyond that, which is about business

Water is business

Naast weerstand, adaptatie en synergie zien wij perspectief voor de vierde benadering, gebaseerd op de waarde van water. Vooralsnog constateren we dat een renderende exploitatie nog niet van de grond komt zonder een publieke bijdrage aan de aanleg van het systeem. Voor de Zuidplaspolder en het Westland zijn businesscases ontwikkeld die laten zien dat efficiënt ruimtegebruik, marktwaardige oplossingen en (milieutechnische) duurzaamheid hand in hand kunnen gaan. Het biedt schoon en betaalbaar gietwater met minder afvalwater in combinatie met een substantieel toegenomen bergend vermogen en een maatregel om verziltingsdruk tegen te gaan. Voor de Zuidplaspolder geldt dat een renderende exploitatie gedraaid kan worden met een publieke bijdrage aan de aanleg van het systeem van € 2,5 miljoen. Dit betekent dat de overheid nadrukkelijk nog een faciliterende en investerende (geen subsidiërende!) rol speelt in de ontwikkeling van water als business.

Er zijn nog een aantal uitdagingen die we in de komende periode zullen moeten tackelen om tot een volledig marktwaardig model te komen zonder publieke investeringen.

1. Water is eigenlijk heel goedkoop. Neem een kubieke meter zuiver water en besef dat de marktwaarde van die kubieke meter ongeveer € 1,- is. Dat maakt het lastig bedrijfsprocessen met installaties exploitabel te krijgen. De omzet in relatie tot de investering is immers al snel scheef. Dat betekent dat de maatschappelijke baten (winst en waarde op het gebied van waterveiligheid, waterkwaliteit, duurzaamheid) vertaald moeten worden naar de exploitatie van een dergelijk project om het haalbaar te maken. Dit verantwoordt tevens de publieke bijdrage aan de aanleg van het systeem.

2. In een dergelijk project neemt het publieke domein in zekere zin afstand van de verantwoordelijkheid die haar vanouds toegedicht wordt. Het zijn bijvoorbeeld in het Westland de tuinders die ruimte creëren in hun bassin en daarmee een deel van de waterveiligheid borgen en niet de overheden (gemeente en/of waterschap). Dat vergt een andere governance dan we gewend zijn, bijvoorbeeld met betrekking tot verantwoordingslijnen. Hierin moeten soms lastige bruggen tussen de verschillende publieke en private werelden geslagen worden. Beide werelden hebben echter duidelijke belangen die (grotendeels) met elkaar verenigd kunnen worden: het bedrijfsleven en de overheid hebben beide belang in de beschikbaarheid van schoon water, het bedrijfsleven vanuit haar productieproces en overheid vanuit maatschappelijk belang.

Appel

Wij bevelen aan om in de wereld van het water en dus ook in het Deltaprogramma op zoek te gaan naar die plekken en die processen waar water – vanwege de kwaliteit en de beschikbaarheid – van onmisbare waarde is voor publieke, agrarische en industriële processen. Het vinden van een koppeling tussen waterveiligheids- en kwaliteitsopgaven en het creëren van de beschikbaarheid van water zou op meer plaatsen tot wederzijdse maatschappelijke en kostenvoordelen moeten leiden.